Antwerpen

In de dode hoek

Een donkere ochtend in januari. Mirella heeft haar zoontje achterop de fiets net naar school gebracht en is op de terugweg. Ze fietst langs de drukke Bisschoppenhoflaan richting Sportpaleis. Een vrachtwagen neemt zijn bocht om een zijstraat in te draaien…en daarna is alles anders.

Mirella: “Normaal gezien zou ik niet via die weg fietsen, maar aangezien op het Ringfietspad recent een misdaad was gepleegd, mocht ik van mijn man niet mijn gewone weg nemen. Aan een kruispunt met de Bisschoppenhoflaan nam een vrachtwagen zijn bocht om rechts een zijstraat in te draaien. Ik zag de vrachtwagen wel, deze reed niet op het baanvak naast me, maar een rijstrook verder om ruim zijn bocht te kunnen nemen. Ik reed door, ervan uitgaand dat de chauffeur mij zag en plots werd ik door de vrachtwagen gegrepen aan mijn arm. Ik werd meegesleurd, de chauffeur had geen idee dat hij mij geraakt had. Met mijn vrije rechterarm heb ik uit alle macht op de stuurcabine geklopt, waarop de chauffeur na 20 meter toch gestopt is.”

Mirella wordt met levensgevaarlijke verwondingen naar het ziekenhuis gebracht, waar ze enkele dagen tussen leven en dood zweeft. Haar verpletterde linkerarm wordt zo goed mogelijk geopereerd en na drie maanden ziekenhuis volgt een intensieve revalidatie. Toch blijft Mirella achter met zware beperkingen: haar linkerarm kan ze niet normaal gebruiken, ze kan niet meer werken en leeft elke dag met pijn.

“Dit ongeval heeft mijn hele leven veranderd, en heeft ook een enorme impact op mijn gezin gehad. Zij hebben machteloos moeten toekijken hoe ik door het oog van de naald kroop en nadien niet meer dezelfde was. Toch wil ik niet bij de pakken blijven neerzitten, ook al heb ik voor de arbeidsmarkt geen economische waarde meer. Ik wil uit dit verhaal iets positief maken, ik wil verder als een sterke vrouw. Ik wil geven, mensen gelukkig maken. Ik kan met mijn ‘kamion-verhaal’ proberen om anderen te beschermen.”

“Het helpt niet om te blijven denken: wat als? Sinds het ongeval doe ik sommige dingen wel bewust anders. Ik droeg toen, op die donkere ochtend in januari, donkergekleurde kledij en geen fluovest. De chauffeur heb ik wel gezien, maar ik heb geen duidelijk oogcontact gemaakt. Bovendien had ik haast. Dat ontslaat de chauffeur niet van zijn verantwoordelijkheid, en toch is het voor mij duidelijk dat ik meer had kunnen doen, zelfs als kwetsbare weggebruiker.”

“Fluo is echt een thema geworden in ons gezin. Onze zoon was daar niet altijd even blij mee, want ‘word je graag gepest, draag dan een fluovest’ hoorde hij dan van zijn vrienden op school. Ik ben er toch blijven op hameren en zocht naar alternatieven als een fluo rugzakhoes of een grijs regenvestje dat in het donker volledig reflecteert. Het is zo belangrijk om je als kwetsbare weggebruiker te laten zien!”

“Daarnaast is oogcontact maken voor mij een absolute must. Alleen zo ben je zeker dat een vrachtwagenchauffeur je gezien heeft. En haast, dat is nefast. Daar probeer ik me niet meer toe te laten verleiden. Laat die vrachtwagen maar voorbij rijden en steek dan over, die paar seconden kunnen een levensreddend verschil maken.”

“Bang ben ik niet in het verkeer, ik fiets nog steeds. Ik ben zelfs niet boos op de chauffeur, maar op het proces heb ik wel contact gezocht en gevraagd of hij voortaan echt goed wil dubbelchecken vooraleer af te draaien. Ik maak me wel zorgen over de snelheid van elektrische fietsen. Ze gaan er precies vanuit dat een auto of vrachtwagen maar moet kunnen stoppen. De veiligheid van het verkeer blijft echter een gedeelde verantwoordelijkheid. Ook al zijn we heel klein - zeker tegenover een vrachtwagen - toch is het belangrijk dat ook kwetsbare weggebruikers beseffen dat ze iets kunnen doen. Ik wil daar met mijn getuigenis mijn steentje toe bijdragen.”