Vrolijke fotoshoot met het team materiaalbeheer, helaas zonder de dames.
Vrolijke fotoshoot met het team materiaalbeheer, helaas zonder de dames.
Antwerpen

“Het is simpel: als wij ons een beetje aanpassen, en de ander ook, en het werk gaat goed vooruit, dan is toch alles prima?”

Iedereen Evonik - Iedereen uniek

De campagne ‘Iedereen Evonik - Iedereen uniek’ maakte iets duidelijk bij Dirk Van Vossel, Hoofd Reliability en Materiaalbeheer. Hij keek naar zijn team materiaalbeheer en zag een kleurrijk geheel van  verschillende mensen, die zeer goed kunnen samenwerken met elkaar. “Ik ben heel fier op die fijne manier van samenwerken van mijn mensen, wat gezien de diverse achtergrond van elk van hen niet vanzelfsprekend is.”

Dirk wil graag het team zelf laten vertellen en dit najaar zaten Luc Vlaeymans, Patrick de Koning, Mike Oyen, Walter Van Geel, Bob Magerman, Tom Zagers, Eddy van de Walle, Antoine Van Walraven (Arentis) en Jan Mertens rond de tafel in de vergaderzaal van het magazijn. Els Mees, Hilde Van den Bosch en Omar El Khalfioui (interim), die toen niet aanwezig waren, zijn in een tweede interview aan de beurt gekomen. Sabba Rehman en Prince Asuboteng (ISS), beide nog vrij nieuw in het team, besloten om het woord aan de collega’s te laten. Ook tijdens de fotoshoot waren niet alle collega’s aanwezig, de foto is dan ook geen volledige weergave van het hechte team.

Dirk: “Diversiteit is in het magazijn op verschillende vlakken aanwezig. Dit team is een mix van jong en oud, van mannen en vrouwen van zowel autochtone als allochtone afkomst en van verschillende geloofsovertuigingen. Opleidingsachtergrond, seksuele voorkeur, ... bijna alle thema’s uit de diversiteitscirkel kan je hier afvinken. Bovendien zijn er - al merk je dat eigenlijk niet - zowel eigen als externe medewerkers in de groep. Samen hebben ze een zeer gevarieerd takenpakket: goederenontvangst, materialen bestellen, opslaan en uitleveren, … en dat werkt elke dag prima. Dat is heel fijn om te zien!”

“Ik ben de anders geaarde in de groep”, zo stelt Jan zichzelf spontaan voor. “Ik was daar vanaf het begin (jaren ‘80) open over en dat is in al die jaren nog nooit een issue geweest. Zowel vroeger als nu werd dat nooit ongemakkelijk en ik kon en kan hier gewoon mezelf zijn.”

‘Gewoon’, dat woord zal gedurende het levendige gesprek veel uitgesproken worden. Als gevraagd wordt naar het geheim van hun goede verstandhouding en samenwerking, dan halen velen de schouders op en zeggen: “Gewoon, dat gaat al jaren zo, en het werkt.”

Patrick: “Een kleine inspanning brengt je al ver. Aan de goederenontvangst komen chauffeurs uit heel Europa zich melden voor levering. Moeite doen om elkaar te begrijpen, is voor ons een gewoonte.”

Walter: “Dat klopt. Je doet je best met de talen die je machtig bent. Helaas is mijn kennis van de Franse taal zeer beperkt. Prince, die recent ons team kwam vervoegen en voor wie Frans spreken evident is, hoorde mij sukkelen en kwam me direct helpen. Elkaar aanvullen is onze kracht.”

Mike: “Ik kan dat ook beamen: elkaar steeds weer helpen is echt de grote sterkte in dit team. Ik werk hier ook nog niet zo lang en werd meteen op sleeptouw genomen door mijn collega’s om alle taken te leren. Iedereen heeft oog voor elkaar. Waar iemand zich even in het werk verliest, daar gaat een collega helpen tot het weer lukt, zonder vragen of onderscheid.”

Antoine: “Niemand werkt alleen, we gaan als een groep te werk. Alleen het plat Antwerps, dat kan voor mij als Nederlander wel lastig zijn soms (lacht). Ik merk dat de collega’s wel moeite doen om hun Antwerps op te poetsen en dat waardeer ik.”

Dirk: “Humor is ook heel belangrijk op de werkvloer en dat is hier overvloedig aanwezig. Elkaar een beetje plagen, dat kan geen kwaad.”

Walter: “Zolang je maar beseft waar de grens ligt. Grappen zijn niet meer ok als ze alleen kwetsend zijn.”

Jan: “Het is wat geven en nemen. Ik kan wel tegen een scheve mop af en toe, maar je moet ook mogen zeggen, wanneer je iets niet meer fijn vindt. Of zelf mogen lachen met de moppenmaker. Iedereen passeert hier de revue, dat maakt dat er een evenwicht is.”

Je kiest niet met wie je samenwerkt, wel hoe je met elkaar samenwerkt

Luc: “We moeten hier eigenlijk niet veel vertellen over diversiteit. Het kan simpel. Als wij ons een beetje aanpassen, en de ander ook, en het werk gaat goed vooruit, dan is toch alles prima? Meer moeten we niet doen en dan is het zalig samenwerken.”

Tom: “Het is fijn om als team in de picture te mogen staan, maar al die extra aandacht voor diversiteit en inclusie zou niet nodig mogen zijn.”

Bob: “Meer nog: ook in de media krijgt dit thema steeds meer aandacht. Het is soms wat veel naar mijn mening, terwijl dit onderwerp voor mij hier net heel gewoon is.”

Tom: “Klopt, veel aandacht, veel regenbogen, ook voor mij soms een beetje te kleurrijk. Met verschillende mensen samenwerken is helemaal niet zo speciaal, vind ik. We doen dat hier al jaren, zonder daar over al te veel over te denken. We doen het gewoon!” 

Walter: “Je werk goed doen is waarom we elkaar als collega’s waarderen. Anders geaard zijn of een ander geloof hebben doet er niet toe.”

Eddy: “Een tijd geleden hebben we voor een korte periode een dame opgeleid, de eerste vrouwelijke magazijnier op onze site, trouwens. Een Servische, lesbische dame die de diversiteit van het team nog groter maakte. Toch merk je daar niks van. Nieuweling of tijdelijke medewerker, dat maakt niks uit, je bent deel van het team.”

Dirk: “In het magazijn wordt je inderdaad niet anders behandeld om wie je bent. Zo zou het overal mogen zijn. Los van het feit dat iedereen elkaar respecteert, neemt ook elk zijn verantwoordelijkheid. Iedereen vervangt elkaar waar dat kan en neemt spontaan werk over in geval van ziekte of vakantie. Ik hoef hier weinig sturing te geven, zowel disponenten als magazijniers regelen hun werk onder elkaar. Zelfs het afsluiten is geregeld met een beurtrol.”

Respect voor elkaar, communiceren en geduld

Els en Hilde, allebei disponent met enkele tientallen jaren dienst, beamen in een later gesprek wat hun collega’s al hebben gezegd. Zij waren tot de komst van Sabba de enige vrouwen in het magazijn, maar daar hebben ze het nooit moeilijk mee gehad.

Els: “Helemaal in het begin van mijn loopbaan was het even wennen, toen ik recht van een meisjesschool in een mannenomgeving terecht kwam. Maar dat ging snel. Ik zie dat ook niet meer, we zijn gewoon collega’s.”

Hilde: “Wij zien al lang niet meer wie er ‘anders’ is, wij denken ook niet in vakjes. We werken samen en helpen elkaar. En meer is daar niet aan. Diversiteit aanvaard je gewoon.”

Als aan de dames eveneens gevraagd wordt hoe de fijne samenwerking in het magazijn dan wel tot stand komt, dan moeten ze even nadenken. We doen dat ‘gewoon’ is ook hun eerste antwoord.

Hilde: “Respect voor elkaar is een eerste stap, denk ik. En goed communiceren en elkaar proberen aan te voelen. Ik vroeg laatst aan Omar, die in Borgerhout woont, wat daar na de voetbalmatch allemaal aan de hand was. En dan luister ik, zonder vooroordelen. Als moslim houdt hij zich elk jaar aan de ramadan. Dat is anders dan hoe ik leef, en we merken dan wel dat hij wat kortaf kan zijn, als hij overdag niet eet of drinkt. Toch is dat geen bezwaar. Als je weet wat er speelt, dan kan je rekening houden met elkaar.”

Els: “Ik woon tussen Polen, Oekraïners, Portugezen, … en dat vind ik prima. Vaak blijft het bij een vriendelijke groet zonder meer en dan moet je daar ook niet over oordelen. Taalbarrière kan een rol spelen, of onzekerheid. Als je vriendelijk blijft en wat geduld hebt, dan komt er wel een gelegenheid tot kennismaking.”

Hilde: “Net hetzelfde bij onze laatste nieuwkomers. Prince is een heel rustig karakter, maar ik denk dat hij zich intussen wel goed voelt in de groep. En Sabba is aan het loskomen. Dat kan je niet forceren, geduld is echt een goede zaak. Je moet het de mensen ook niet moeilijk maken.”

Omar, interim-medewerker met bijna 10 jaar dienst op de teller, vertelt hoe hij werken bij Evonik Antwerpen heeft zien evolueren: “Onze site weerspiegelt nog niet de diversiteit van Antwerpen, maar ik zie de laatste jaren toch wel verandering. Ik zie de opleidingscoördinatoren wel eens met nieuwe mensen de site verkennen en deze zijn steeds vaker van diverse afkomst. Er zijn ook steeds meer hoogopgeleide mensen van allochtone origine en dat is een goede evolutie.” 

“Ons eigen team van het magazijn is al heel lang een mengelmoes, en die wordt alleen maar kleurrijker. Afkomst, geloof, wel of niet vaste medewerker, … het speelt hier allemaal geen rol, iedereen wordt gelijk behandeld. Dat is echt niet overal zo, bij vorige jobs heb ik het wel anders gezien. Daar mochten interims slechts beperkte of alleen de zwaarste jobs doen. Bovendien kreeg ik bij die andere werkgever niet altijd dezelfde informatie als de vaste medewerkers.”

“In ons team Materiaalbeheer denken we in samenwerken. Iedereen helpt elkaar en zo maak je een goed team. Goede communicatie is daarbij superbelangrijk. Als er geen communicatie is, dan gaan dingen fout lopen. Praat met elkaar en dan stel je al gauw vast dat het met die ‘andere’ wel klikt, dat het ‘een goeie’ is. Zo verdwijnen vooroordelen vanzelf.”