Sustainability

Begrippen en afkortingen

Overzicht van veel gebruikte termen en afkortingen.

Een herziende doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs om de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde te beperken tot 1,5° Celsius (2,7° Fahrenheit) boven het pre-industriële niveau tot minstens 2100. Zelfs bij deze grens zal de wereld nog steeds te maken krijgen met extreme weersomstandigheden, vermindering van het beschikbare voedsel, waterschaarste, economische achteruitgang en verlies van mensenlevens. Met aanpassingsmaatregelen en risicobeperkende inspanningen is dit echter een veel beter scenario dan een wereldwijde temperatuurstijging van 2° Celsius (3,6° Fahrenheit).

De oorspronkelijke doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs als maatstaf om de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde onder de 2° Celsius (3,6° Fahrenheit) boven het pre-industriële niveau te houden. Als we toestaan ​​dat de wereldwijde temperatuur boven dit niveau stijgt, zullen er drastische klimaatveranderingen optreden die zullen leiden tot stijging van de zeespiegel, droogtes, massale oogstverliezen, economische stagnatie, en wijdverbreide sterfte en migratie van mensen.

Broeikasgassen (Engels: Greenhouse gases) zijn gassen die van nature in de atmosfeer aanwezig zijn. Door een deel van het zonlicht en van de door de aarde uitgestraalde warmte te absorberen, garanderen zij de voorwaarden voor het leven op onze planeet. Het broeikaseffect dat zij veroorzaken, is dus een natuurlijk verschijnsel. De belangrijkste broeikasgassen in de atmosfeer van de aarde zijn waterdamp (H2O), koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O) en ozon (O3). Menselijke activiteiten hebben sinds het begin van de industriële revolutie de concentratie van methaan in de atmosfeer met ruim 150% en van koolstofdioxide met ruim 50% doen toenemen. Koolstofdioxide veroorzaakt ongeveer driekwart van de opwarming van de aarde en het kan duizenden jaren duren voordat het volledig door de koolstofcyclus is opgenomen. Methaan veroorzaakt de meeste opwarming en blijft gemiddeld twaalf jaar in de atmosfeer aanwezig. 

De Corporate Sustainability Reporting Directive is een richtlijn die door de Europese Commissie is aangenomen in april 2021. Deze richtlijn verplicht organisaties te rapporteren over de milieu-impact en de sociale impact van hun bedrijfsactiviteiten.

Het DEnMS is de cloud-based applicatie om de vereisten van het Energie Management Systeem volgens ISO 50001 binnen Evonik te documenteren en op te volgen. De applicatie maakt het mogelijk om energieverbruiken transparant weer te geven, energiebesparingsmaatregelen te documenteren en energie KPIs (EnPI) op te volgen. Het DEnMS vormt het fundament waarop elke site zijn ISO 50001 Energie Management Systeem (EnMS) beheert. Dit wordt ook gevalideerd tijdens verschillende audit processen met als doel het behalen van het ISO 50001 certificaat.

De eCO-serie van Evonik combineert alle producten die een (ISCC-gecertificeerde) massabalansbenadering gebruiken om hun ecologische voetafdruk te verlagen.

Evonik-project gericht op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, met name de uitstoot van koolstofdioxide door productiesites. Naast een groter gebruik van groene stroom en andere activiteiten wil Evonik de emissies van scope 1 en 2 met een kwart verminderen, van 6,3 miljoen ton CO2 naar ongeveer 4,7 miljoen ton tussen 2021 en 2030.

Een Energie Management Systeem (EnMS) is een systeem dat wordt gebruikt om het energieverbruik van een organisatie te monitoren, te beheren en te optimaliseren. Het doel van een EnMS is om de energie-efficiëntie te verbeteren, de kosten te verlagen en de milieuprestaties te verbeteren. Een EnMS kan helpen bij het identificeren van inefficiënties en het implementeren van maatregelen om het energieverbruik te verminderen. Het kan ook helpen bij het monitoren van de voortgang en het bijhouden van de resultaten van energiebesparingsmaatregelen. Er bestaan verschillende normen en standaarden van EnMS, maar veruit de meest bekende en internationaal geaccepteerde norm is een EnMS volgens de ISO 50001. Deze wordt standaard binnen het concern verder uitgerold en is reeds op verschillende sites geïmplementeerd.

Een concept dat is ontworpen om te worden ingepast in de strategie van een organisatie en dat rekening houdt met de behoeften en manieren waarop waarde kan worden gecreëerd voor alle belanghebbenden in de organisatie (werknemers, klanten, leveranciers en investeerders). Het houdt rekening met milieubehoeften (koolstofuitstoot en afvalproductie), maatschappelijke behoeften (diversiteit, eerlijke arbeidspraktijken en mensenrechten) en ondernemingsbestuur (bedrijfsleiderschap, audits en beleid) en kent bedrijven een rangorde toe op basis van deze drie criteria. ESG is bedoeld om de transparantie van bedrijfsactiviteiten naar zowel werknemers als klanten toe te bevorderen.

Een metaforische verwijzing  naar de negatieve impact die de emissies, afvalproductie, water- en energieverbruik van Evonik hebben op het milieu, het klimaat en de wereld in termen van duurzaamheid. Dit zijn de effecten die het bedrijf probeert te verminderen om te evolueren naar een duurzamere toekomst en portfolio.

Een metaforische verwijzing naar de positieve impact die de producten, initiatieven, technologieën en acties van Evonik hebben om de klimaatverandering te bestrijden, circulariteit te stimuleren, ecosystemen te beschermen en het welzijn van mensen op de planeet te waarborgen. Dit zijn de effecten die het bedrijf wil vergroten in de richting van een een positievere toekomst en een op duurzaamheid gebaseerd portfolio.

Een minder gebruikte verwijzing van Evonik die betrekking heeft op het creëren van een cultuur van duurzaamheid bij de medewerkers, het management en de HR-activiteiten van het bedrijf. Een hartafdruk op iemand achterlaten betekent dat hij of zij op natuurlijke wijze heeft geleerd na te denken over duurzaamheidspraktijken in het dagelijkse leven en op de werkplek. Evonik wil de manier veranderen waarop het bedrijf over de wereld denkt en de positieve en negatieve impact die onze acties daarop hebben.

Het geÏntegreerde Management Systeem is het overkoepelende Management Systeem, welke de normen ISO 9001 (Quality), ISO 14001 (Environment) en ISO 50001 (Energy Management) beheert. Het concern streeft ernaar deze normen als één geheel te beschouwen om zo efficiëntie en synergiën tussen deze normen maximaal te benutten.

Het International Sustainability and Carbon Certification is een multi-stakeholder initiatief en onderdeel van het UN Global Compact. Het is een wereldwijd toonaangevend certificatiesysteem dat zich richt op duurzaamheidseisen voor alle grondstoffen en markten. Het biedt geloofwaardigheid en traceerbaarheid in de hele toeleveringsketen.

Ook bekend als de Overeenkomst van Parijs of de Klimaatakkoorden van Parijs. Dit is een juridisch bindend internationaal verdrag over klimaatverandering, aangenomen door 196 partijen op de VN-klimaatconferentie (COP21) in Parijs op 12 december 2015. Het overkoepelende doel is om “de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde tot ruim onder de 2°C boven het pre-industriële niveau” te brengen en inspanningen te leveren “om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C boven het pre-industriële niveau.”
De Overeenkomst van Parijs is een mijlpaal in het multilaterale proces van klimaatverandering, omdat een bindende overeenkomst voor het eerst alle landen samenbrengt om de klimaatverandering te bestrijden en zich aan de gevolgen ervan aan te passen.

Een beoordeling van Evonik-producten uitgevoerd door het Life Cycle Management team dat helpt bij het kwantificeren van de milieu-impact van producten gedurende hun levenscyclus. Dit omvat niet alleen de hulpbronnen en energie die nodig zijn voor de productie van het product, maar ook de ontginning en verwerking van grondstoffen en de hulpbronnen en energiebehoeften voor de toepassing van het product. Er wordt ook rekening gehouden met de prestaties, het verbruik en de duurzaamheid van het product, evenals met de hulpbronnen en energie die nodig zijn voor het recyclen of verwijderen van het product aan het einde van zijn levenscyclus.

Het Evonik-team dat verantwoordelijk is voor het beoordelen van bestaande producten en processen met betrekking tot hun impact op het milieu en het toepassen van de Life Cycle Assessment (LCA) methodologie. Naast onderzoeksprojecten biedt het LCM-team ook ondersteuning door het opstellen van een milieuproductverklaring (EPD), die vaak wordt gebruikt voor het vergelijken van de milieu-impact van verschillende producten. Het LCM-team bestaat uit ingenieurs, natuurwetenschappers en IT-specialisten.

Net als de Heartpint van Evonik is NEXTGEN Culture een initiatief dat tot doel heeft Evonik-medewerkers het begrip, de vaardigheden en de basiskennis bij te brengen om op een meer doordachte manier met duurzaamheid om te gaan, zowel op het werk als privé. Het promoot de idealen van de duurzaamheidsinspanningen van Evonik onder medewerkers via verschillende HR-activiteiten en -initiatieven en via sociale initiatieven om duurzaam denken te helpen stimuleren.

Net als de Footprint van Evonik is NEXTGEN Technologies een initiatief dat gericht is op het verminderen van de milieu-impact van het bedrijf door inspanningen op gebied van groene energie, procesefficiëntie, sterke sites en beheer van duurzaamheidsgegevens.

Groene energie
Het engagement van Evonik om groene energie, zoals energie opgewekt door wind- of zonne-energie, te kopen voor gebruik in haar vestigingen in de hele regio.

Procesefficiëntie
Het engagement van Evonik om de efficiëntie van haar productprocessen voortdurend te verbeteren om het energieverbruik en de afvalproductie te verminderen.

Sterke sites
Het engagement van Evonik om sites en productie-installaties te creëren die duurzaamheid aanpakken op basis van hun individuele behoeften en sterke punten, waardoor sites in verschillende delen van de regio zo sterk mogelijk kunnen zijn en tegelijkertijd de duurzaamheid van de lokale omgeving behouden blijven.

Beheer van duurzaamheidsgegevens
Het engagement van Evonik om duurzaamheid te registreren, analyseren en implementeren met datagestuurde methodes die de sites en het hele concern helpen om de volledige voortgang van de duurzaamheidstransformatie van Evonik beter te begrijpen en die gegevens te gebruiken om verbeteringen uit te voeren.

Een score die aan de producten van Evonik wordt toegekend op basis van hun positieve en negatieve impact in de waardeketen. In een proces van meerdere stappen worden de relevante PARC's onderzocht aan de hand van categorieën, waaronder: verwachte trends in de regelgeving, relatieve ecologische en sociale duurzaamheidsprestaties - zoals energie- en waterbesparingen, vermindering van de CO2-uitstoot - en bijdrage aan de SDG's van de VN. De bevindingen worden gebruikt in een gestructureerde algemene evaluatie van de duurzaamheidsprestaties van onze bedrijfsactiviteiten, resulterend in toewijzing aan de prestatiecategorie Leader (A++), Driver (A+), Performer (B), Transitioner (C-) of Challenged (C--) 1 op basis van de geanalyseerde PARC's.

Gebaseerd op de methodologie van de World Business Council for Sustainable Development evalueert een Portfolio Sustainability Assessment chemische producten, diensten, onderzoek en ontwikkeling, investeringen, desinvesteringen en fusies en overnames. Ontwikkeld ter ondersteuning van het Klimaatverdrag van Parijs en de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Evonik gebruikt het Portfolio Sustainability Assessments om haar productportfolio's proactief te sturen in de richting van verbeterde duurzaamheidsprestaties.

Dit initiatief is in 2015 opgericht en bestaat uit een reeks sectorspecifieke methodes, concepten en eisen. Het moet bedrijven helpen om doelstellingen voor emissiereductie vast te leggen in overeenstemming met de klimaatwetenschap en de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. SBTi wordt gefinancierd door de IKEA Foundation, Amazon, Bezos Earth Fund, We Mean Business coalitie, Rockefeller Brothers Fund en UPS Foundation en werkt samen met het CDP (Carbon Disclosure Project), het Global Compact van de Verenigde Naties, het World Resources Institute (WRI) en het World Wide Fund for Nature (WWF). 
SBTi heeft 's werelds eerste netto-nulnorm ontwikkeld en gelanceerd, die bedrijven het kader en de tools biedt om wetenschappelijk onderbouwde netto-nuldoelstellingen te bepalen en de wereldwijde temperatuurstijging boven pre-industriële niveaus te beperken tot 1,5° C.

Scope 1 emissies
Dit zijn directe broeikasgasemissies (BKG) uit bronnen die worden beheerd of eigendom zijn van een organisatie (bijvoorbeeld emissies die verband houden met de verbranding van brandstof in ketels, ovens en/of voertuigen of de directe procesemissies van een chemische installatie).

Scope 2 emissies
Dit zijn indirecte broeikasgasemissies die samenhangen met de aankoop van elektriciteit, stoom, warmte of koeling. Hoewel scope 2 emissies fysiek plaatsvinden op de locatie waar ze worden gegenereerd, worden ze in de broeikasgasinventaris van een organisatie opgenomen omdat ze het gevolg zijn van het energieverbruik van de organisatie.

Scope 3 emissies
Deze emissies zijn het resultaat van activiteiten uit activa die geen eigendom zijn van of gecontroleerd worden door de rapporterende organisatie, maar die de organisatie indirect beïnvloedt in haar waardeketen. Scope 3 emissies omvatten alle bronnen die niet binnen de grenzen van scope 1 en scope 2 van een organisatie vallen. Scope 3 emissies, ook wel waardeketenemissies genoemd, vertegenwoordigen vaak het grootste deel van de totale uitstoot van broeikasgassen (BKG) van een organisatie.

In 2015 opgesteld door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) als onderdeel van het wereldwijde ontwikkelingskader om de Millennium Development Goals te realiseren. Ze werden formeel vastgelegd en aangenomen in een resolutie van de AVVN, genaamd de Agenda 2030. Het is een verzameling van zeventien onderling verbonden doelstellingen, die dienen als een "gedeelde blauwdruk voor vrede en welvaart voor mensen en de planeet, nu en in de toekomst".

De Sustainability Focus Areas van Evonik zijn vier gebieden waarop het bedrijf haar inspanningen concentreert om de positieve impact te vergroten en de negatieve te verminderen. Elk aandachtsgebied sluit ook aan bij de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties.

Stimuleer circulariteit
Vergelijkbaar met de SDG's 9, 11 en 12 van de VN is het stimuleren van circulariteit gericht op het bevorderen van een veerkrachtige infrastructuur, het inclusief, veilig en duurzaam maken van gemeenschappen en het garanderen van een verantwoorde productconsumptie. Evonik wil het gebruik van biogebaseerde en circulaire grondstoffen aanzienlijk verhogen (> 10%) en de hoeveelheid niet-gevaarlijk afval dat op stortplaatsen terechtkomt, verminderen.

Waarborg gezondheid en welzijn
Vergelijkbaar met de SDG's 3, 6 en 12 van de VN is het garanderen van gezondheid en welzijn gericht op het garanderen van welzijn voor alle mensen; het bevorderen van duurzaam waterbeheer en sanitaire voorzieningen voor iedereen, en het bereiken van duurzame praktijken rond productie. Evonik wil de uitstoot van andere niet-BKG-emissies in de luchtkwaliteit tegen 2030 met 20% verminderen (ten opzichte van de normen van 2021), gevaarlijk productieafval terugdringen en de blootstelling aan "gevaarlijke stoffen van groot belang" laag houden.

Bestrijd de klimaatverandering
Vergelijkbaar met de SDG's 7, 9 en 13 van de VN is de strijd tegen de klimaatverandering gericht op het creëren van duurzame energie, het bevorderen van innovatieve industrialisatie, en het nemen van dringende maatregelen om de klimaatverandering te bestrijden. Evonik wil haar scope 1 en scope 2 emissies tegen 2030 met 25% verminderen (ten opzichte van de normen van 2021), waarbij men zich inzet voor Science Based Targets-initiatieven (SBTi) voor scope 3 emissies, terwijl het aandeel van de hernieuwbare elektriciteit uit het elektriciteitsnet toeneemt. Het uiteindelijke doel is om in 2050 klimaatneutraal te zijn voor alle emissies.

Bescherm ecosystemen
Vergelijkbaar met SDG's 2, 14 en 15 van de VN is het beschermen van ecosystemen gericht op het beëindigen van honger en het verbeteren van de voeding voor iedereen, het behoud van de oceanen en mariene hulpbronnen, en het beschermen en herstellen van terrestrische ecosystemen, waaronder biodiversiteit. Evonik wil de zoetwaterinname in gebieden met waterschaarste minimaliseren, de totale waterinname in waterintensieve locaties verminderen en per site actieplannen voor watergebruik ontwikkelen.

Een gezamenlijk initiatief van chemische bedrijven (waaronder Evonik)  opgericht in 2011, dat zich richt op het bevorderen van duurzaamheidspraktijken in de toeleveringsketen van de chemische industrie. TfS is een wereldwijd, inkoopgedreven initiatief dat een kader biedt met tools om de duurzaamheidsprestaties van chemische bedrijven en hun leveranciers te beoordelen en te verbeteren. Het is de mondiale standaard voor milieu, maatschappij en bestuur (ESG) van de chemische toeleveringsketens. Het programma is gebaseerd op de principes van UN Global Compact en Responsible Care.

Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, biedt het Voka Charter Duurzaam Ondernemen aan om ondernemingen te helpen duurzaamheid te integreren in hun bedrijfs-DNA en duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. Via op maat gemaakte actieplannen wordt maatschappelijk verantwoord ondernemen bevorderd, waarbij winstgevendheid samengaat met sociale en milieubewuste bedrijfsvoering. Om het engagement van onze firma wat duurzaamheid betreft kracht bij te zetten, werd het initiatief genomen om deel te nemen aan het Voka Charter Duurzaam Ondernemen (VCDO).

De World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) is een door CEO's geleide organisatie van meer dan 225 internationale bedrijven.De raad is ook verbonden met 60 nationale en regionale bedrijfsraden en partnerorganisaties. De raad werkt aan een verscheidenheid aan kwesties die verband houden met duurzame ontwikkeling. Het werkt aan het verwezenlijken van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) door de transformatie van zes economische systemen: circulaire economie, steden en mobiliteit, klimaat en energie, voedsel, land en water, mensen en het herdefiniëren van waarde. Elke systeemtransformatie is opgezet als een WBCSD-programma met een aantal aanvullende projecten.